De dieren voelen wat mensen ook voelen
De verhalen van Toon Tellegen hebben een subtiele filosofische laag. Je ontdekt er steeds iets nieuws in; of je nu acht bent of tachtig. Ook in ‘De vuurzeevlieg’ heeft elk dier zijn eigen zorgen en pretjes. Tekenaar Carll Cneut gaf ze een gezicht.
Of je nu 8 bent of 80, je ontdekt steeds iets nieuws in de verhalen
Een beetje wandelen, iemand een brief schrijven, af en toe een feestje vieren (altijd met een groot stuk taart). Veel meer doen de dieren in de verhalen van schrijver, dichter en oud-huisarts Toon Tellegen eigenlijk niet. Hun avonturen zijn ook niet zo belangrijk, het gaat om wat er in hun binnenwereld leeft.
Elk dier heeft zo zijn eigen overpeinzingen. De eekhoorn is tobberig, de olifant onhandig, maar ook vastbesloten om door te gaan, ook al kukelt hij steeds weer uit de boom. Ze voelen wat mensen ook voelen: plezier, onzekerheid, boosheid, verlangen. En door de subtiele filosofische laag in het verhaal kun je de verhalen lezen als je acht bent, maar ook op je tachtigste: je ontdekt er steeds weer nieuwe dingen in.
Over sommige dieren, vooral de mier en de eekhoorn, schrijft Toon al sinds de jaren tachtig. De eerste verhalen ontstonden toen zijn kinderen nog klein waren. Pas toen zij te oud werden om nog voorgelezen te worden, ging hij ze opschrijven. Dat doet hij al jaren het liefst op vakantie in Frankrijk, midden in de bossen, op een plek waar hij zeker weet dat hij niemand tegenkomt. In een zeldzaam interview in de Vlaamse krant De Morgen vertelde hij: ‘Dan kijk ik naar de grond, zie bijvoorbeeld een mier en denk: jij bent de mier waarover ik nu wat ga schrijven!’
Echte karakters
Al zo lang als Carll Cneut illustrator is, wilde hij eens een boek van Toon Tellegen illustreren. ‘Niet alleen omdat hij zulke mooie dierenverhalen schrijft, maar ook omdat zijn boeken er altijd prachtig verzorgd uitzien. De illustraties, de typografie: alles klopt. Er spreekt veel liefde uit.’
Carll had zijn wens in al die jaren nog nooit uitgesproken. Totdat zijn schilderijen vorig jaar geëxposeerd werden en er op die tentoonstelling ook mensen van de uitgeverij kwamen kijken. ‘Zij vertelden weer aan Toon wat ik gezegd had, en prompt kwam hij een paar dagen later op de expositie kijken. Hij zei: laten we het doen.’
Toon begon te schrijven en toen de verhalen af waren, maakte Carll de eerste schetsen. Hij had al veel vaker dieren geschilderd, maar toch was het even zoeken naar de juiste stijl voor De Vuurzeevlieg. ‘Toen ik de verhalen voor het eerst las, voelde ik dat de dieren er realistischer uit moesten zien dan ik ze meestal maak. Het zijn echte karakters, met echte gevoelens, geen typetjes. Daar past ook een karakteristieke kop bij.’
Zo’n dier zet Carll niet binnen een paar uurtjes op papier. Neem bijvoorbeeld de vuurzeevlieg, waarnaar het boek genoemd is. ‘Eerst schilderde ik hem donkerbruin, daaroverheen donkerrood, vervolgens oranjegeel, dan okergeel, en zo naar licht.’ Als er voor een klein vogeltje al zoveel lagen nodig zijn, is het niet verwonderlijk dat het maken van een heel boek vol illustraties veel tijd kost. Toch zou de illustrator het niet anders willen. ‘Al die lagen zorgen samen voor een soort doorleefdheid. Ik wil dat de dieren er niet uitzien alsof ik ze speciaal voor dit boek geschilderd heb, maar alsof ze er altijd al waren.’
Het omslag van ‘De Vuurzeevlieg’ maakte Carll op een tegenovergestelde manier. Als je het weet, zie je het ook: er is iets bijzonders met de bladeren, bloemen en struiken. Het is net alsof ze uit verschillende lagen zijn opgebouwd: de ene laag dik, de andere dun. ‘Ik heb alles geschilderd en vervolgens weer voor 90 procent eraf gewassen. Daarna schilderde ik opnieuw, en waste ik het weer af.’ Net zo lang tot er een soort jungle vol schaduwen overbleef.
Een boek maken samen met Toon Tellegen, dat is nu gelukt. Het volgende punt op zijn wensenlijstje is het illustreren van Pinokkio, zijn lievelingsboek. Als kind speelde hij vaak dat hij het houten jongetje met de lange neus was. ‘Ik heb heel wat gelogen om te zien of mijn neus zou groeien.’ Tot nu toe durfde hij het niet aan, want de lat ligt hoog – al was het maar omdat hij het verhaal recht wil doen. ‘Maar ooit gaat het ervan komen.’
‘De vuurzeevlieg’, Toon Tellegen en Carll Cneut. Uitgeverij Querido, 2019.