j

Lorem ipsum dolor amet, consect adipiscing elit, diam nonummy.

Follow Us

Search

Onderwijskundige Madeleine Vreeburg: ‘Scholen mogen meer de regie nemen in hun curriculum’

Scholen mogen meer de regie nemen in hun curriculum

Zeg je wereldburgerschap, dan zeg je framing, volgens pedagoog en onderwijskundige Madeleine Vreeburg. Of we nu willen of niet, allemaal denken we in frames. “Het begint bij zelf kritisch leren nadenken.”

Madeleine Vreeburg is een van de keynote sprekers op onze conferentie Taal en Wereldburgerschap in het vo: the next level op 15 november. Daar wil ze docenten uitdagen om hun eigen frames onder de loep te nemen en hen handreikingen geven om invulling te geven aan wereldburgerschap.

Wat hebben wereldburgerschap en framing met elkaar te maken?

“Framing is als een bril die ons een selectief beeld van de werkelijkheid voorschotelt. Door die bril zien we bepaalde informatie, en blijft andere informatie buiten beeld. Als je het hebt over nadenken over wereldburgerschap is framing een heel belangrijk concept, want iedereen denkt in frames. We gaan er altijd heel makkelijk vanuit dat docenten overal verstand van hebben, maar dat is natuurlijk onzin: ook onze kennis is beperkt, ook wij hebben vooroordelen.”

“Een mooi voorbeeld is Afrika. Bij Afrika hebben we het in het onderwijs al snel over hongersnood, droogte, problemen. Het frame is gauw: daar is men ‘zielig’, zeker wanneer er goede doelen bij gehaald worden. Maar Afrika bestaat uit 43 heel verschillende landen! Daar valt zoveel meer over te zeggen dan alleen de problemen die er spelen. Bovendien ontstaat er, door die problemen te benadrukken, meteen een idee van ongelijkwaardigheid. Ik vind dat gelijkwaardigheid het uitgangspunt moet zijn.”

“Gemeenschappelijkheid is heel belangrijk. Vaak worden de verschillen met andere landen benadrukt, maar kinderen en jongeren willen graag dingen délen”

Hoe kom je van die beperkende bril af?

“Dat is onmogelijk, en het hoeft ook helemaal niet. Framing heeft ook positieve kanten, het helpt ons de wereld te begrijpen. Je kunt niet de hele dag ieder onderwerp van alle kanten onderzoeken voor je je er een beeld van vormt, dat zou doodvermoeiend zijn. Maar het is wél heel belangrijk je er bewust van te zijn dat framing bestaat. Dat je kennis niet oneindig is en je soms in stereotypes denkt. Het helpt je om af en toe een pas op de plaats te maken: hé, ik denk bij dit onderwerp aan dit en dat, maar klopt dat beeld wel? Is dat beeld wel volledig?”

“Tijdens mijn keynote op de conferentie ga ik een aantal onderwerpen als voorbeeld geven, om mensen inzicht te geven in hun eigen framing. Neem het onderwerp ‘Marokkaanse jongeren’. Waarschijnlijk denken de meeste mensen daarbij niet aan een meisje in een bibliotheek, maar eerder aan jongens op scooters. Zo gooit ons brein alles op een hoop. Zodra je dat in de gaten hebt, kun je proberen het frame wat bij te stellen.”

Wat versta je onder wereldburgerschap?

“Voor mij is wereldburgerschap: met een open blik naar de wereld kijken, die onderzoeken en waar je kunt een beetje beter maken. De nieuwe generatie wereldburgers, die nu op school zit, staat voor een paar ingewikkelde kwesties, neem alleen al klimaatverandering. Om die het hoofd te kunnen bieden hebben ze een paar belangrijke vaardigheden nodig. Ze moeten hands-on problemen willen oplossen, gewend zijn met verschillende culturen samen te werken, flexibel te zijn. Daar gaat wereldburgerschap over.”

“Het begint bij zelf kritisch leren nadenken, dat is de kern. Daarbij past voor docenten een terughoudende rol, zodat leerlingen alle ruimte hebben om hun eigen ontdekkingstocht te maken. Laat ze eerst maar eens de wereld van hun leeftijdgenoten elders ontdekken.”

“Tijdens mijn keynote wil ik docenten graag prikkelen om na te denken over het stellen van vragen aan kinderen, want eigenlijk is dat belangrijker dan het geven van antwoorden.”

“Daarbij is gemeenschappelijkheid heel belangrijk. Vaak worden de verschillen met andere landen benadrukt, maar kinderen en jongeren willen graag dingen délen. Toen ik bij SamSam werkte [tijdschrift en lesmethode over wereldburgerschap voor basisschoolkinderen, red.] legden we vaak vragen van Nederlandse kinderen voor aan kinderen in andere landen. ‘Wat is je lievelingseten?’ Groot was de verbazing toen een kind in Soweto óók het liefst kip met patat bleek te eten. Vanuit gemeenschappelijkheid kun je oog krijgen voor de verschillen, dat werkt beter dan andersom.”

“De klimaatmars van een tijdje terug was een mooi voorbeeld van wereldburgerschap. Er klonk al gauw kritiek: ‘Ja, na de mars zitten ze allemaal bij de McDonalds.’ Maar dat is prima. Wereldburgerschap betekent dat je je betrokken voelt bij de wereld en je er verantwoordelijk voor voelt. Het betekent niet dat je nooit meer mag vliegen of geen kleren meer bij H&M mag kopen. Als je je maar regelmatig de vraag stelt: wat kan ik doen om de wereld wat beter te maken?”

De conferentie staat in het teken van wereldburgerschap en taal. Hoe past het onderwerp van jouw keynote daarin?

“Als het gaat over wereldburgerschap en taal, dan gaat het bijna altijd over Engels. Laatst las ik in de krant dat scholen meer geld gaan investeren om het Engels van leraren te verbeteren, omdat er steeds meer expatkinderen op de scholen komen. Dan denk ik heel gemeen: waarom hebben de leraren nooit Marokkaans of Turks geleerd? Chinees en Arabisch zijn ook heel relevante wereldtalen, Spaans wordt wereldwijd nog meer gesproken dan Engels. De vanzelfsprekendheid waarmee Engels bij ons voorop staat, omdat het ‘dé wereldtaal’ zou zijn: ook dat is framing.”

Hoe geef je het vak wereldburgerschap concreet vorm?
“Denk in de eerste plaats als school goed na over je kernwaarden. Op basis daarvan bedenk je welke thema’s je binnen wereldburgerschap aandacht wilt geven. Veel docenten nemen lespakketten van goede doelen als uitgangspunt, want die zijn er in overvloed. Ik ben daar geen voorstander van; het is de omgekeerde weg. Ga uit van wat je belangrijk vindt, niet van het pakket dat toevallig op de mat valt. Ook omdat er in die pakketten vaak een ‘vingertje’ in is geslopen: ze sturen al wat je van een onderwerp moet vinden, leggen oplossingen voor. Het werkt veel beter om kinderen die oplossingen zelf te laten verzinnen.”

“Goede doelen zijn heel sturend in wat je van een onderwerp moet vinden, leggen oplossingen voor. Het werkt veel beter om kinderen die oplossingen zelf te laten verzinnen.”

Met welke boodschap wil je dat docenten straks naar huis gaan?

“Ik hoop dat ik ze een beetje in de war kan brengen. Dat ik ze kan uitdagen om na te denken over hun eigen wereldbeeld en hoe dat hun lessen kleurt. Ook wil ik ze graag prikkelen om na te denken over het stellen van vragen aan kinderen, want eigenlijk is dat belangrijker dan het geven van antwoorden.”

“Begrijp me niet verkeerd: heel veel scholen doen hun stinkende best. We willen allemaal de wereld wat mooier maken, en dat is een prachtig uitgangspunt. Ik wil scholen alleen graag meegeven dat ze meer de regie mogen nemen in hun curriculum. En geef kinderen de ruimte, want negen van de tien keer hebben ze zelf de beste ideeën.”

Over Madeleine Vreeburg

Madeleine Vreeburg is pedagoog en onderwijskundige. Ze is docent aan de lerarenopleiding van de Vrije Universiteit Amsterdam en aan de Pabo in Haarlem en adviseert scholen op het gebied van internationalisering. Regelmatig verzorgt ze workshops over wereldburgerschap. Jarenlang werkte Vreeburg voor tijdschrift en lesmethode SamSam – inmiddels onderdeel geworden van Kidsweek – waarvoor ze onder meer de onderwijsvisie opstelde. Haar onderwijsvisie: ‘Het doel van het onderwijs is een lege geest vervangen door een open geest’ (Malcolm Forbes).

Tekst

Dorien Vrieling

Beeld

Alex Schröder

Opdrachtgever

Datum

8 oktober 2019