Iedereen volledig in de Stones-modus: projectleider Muriel Ramuz
De beschimmelde muren van Edith Grove 102, de meubels uit het kleine appartement en de asbak vol sigarettenpeuken die er stond toen Mick Jagger en Keith Richards er bijna vijftig jaar geleden woonden. Vandaag zijn de spullen aangekomen in Groningen, in het eerste transport voor de rondreizende tentoonstelling over een van de grootste rockbands ter wereld. “Nu wordt het echt,” zegt projectleider Muriel Ramuz.
Ruim een jaar heeft ze gewerkt aan de voorbereidingen, en dan vergeet je in de hectiek van alledag weleens wat het einddoel ook alweer is. Dat je een grote tentoonstelling aan het maken bent. Maar de laatste weken staat iedereen ‘aan’ in het museum, vertelt ze. “Van de afdeling PR tot de technische dienst en de beveiliging, iedereen is volledig in de Stones-modus.”
Kans
Ramuz kwam in augustus 2019 in het museum werken als conservator in opleiding. Haar baan, een aanstelling voor twee jaar, is in het leven geroepen door Stichting Beringer Hazewinkel, het Groninger Museum en de Rijksuniversiteit Groningen. Ze werkte er nog maar net toen museumdirecteur Andreas Blühm haar vroeg om projectleider te worden van ‘The Rolling Stones – Unzipped.’
Die zag ze niet aankomen. “Toen ik werd aangenomen dacht ik: ik kom hier werken, leer een hoop, en aan het eind van het traject mag ik als kers op de taart aan een tentoonstelling werken. Maar meteen als eerste opdracht? Daar moest ik even over nadenken.” Fan van de Stones was ze niet en popcultuur was niet per se haar expertise, vertelt ze met een lach. Ze studeerde af op ‘pomologische modellen’: wetenschappelijke modellen van fruit, gemaakt van glas en andere materialen. Dat leidde tot haar stage bij het Groninger Museum, bij de tentoonstelling over glaskunstenaar Dale Chihuly. “Daar had ik een hoop van geleerd over hoe je dat doet, een tentoonstelling opzetten. Maar toch, ‘Unzipped’ was heel wat anders. En tegelijk een kans die ik niet kon laten liggen.”
Toen ze ‘ja’ zei, had nog niemand van corona gehoord. Een klein half jaar later, toen een groot deel van de tentoonstelling al voorbereid was, begon de pandemie. “Het lijkt alweer ontzettend lang geleden,” zegt ze. “Door corona heb ik er als het ware een extra baan bij gekregen. Ik grap wel eens tegen mensen dat ik straks op mijn cv kan zetten: ‘Projectleider Rolling Stones – Unzipped in coronatijd’, want die pandemie heeft zoveel impact gehad. Ineens was het de vraag of het allemaal wel door kon gaan, al zijn we altijd vastbesloten gebleven om het te realiseren. We moesten ineens gaan nadenken over tijdsloten, veiligheid, afstand houden.”
Nieuwe indeling
Dat laatste betekende een grote verandering. Om bezoekers voldoende ruimte te kunnen geven, moest de indeling van de tentoonstelling volledig op de schop. De tentoonstelling, die eerder in Londen, Tokio en New York stond, moet op iedere locatie worden aangepast aan de beschikbare ruimte. Voor het Groninger Museum had tentoonstellingsarchitect William Russell al een plattegrond gemaakt. Er waren twee verdiepingen voor uitgetrokken, maar die zouden nu niet meer volstaan. Dus werd er een nieuwe indeling gemaakt, in samenwerking met het Groningse bureau TEAM 4 Architecten. Ramuz: “Zij kennen iedere centimeter van het gebouw, want ze zijn al sinds het begin van het museum bij onze tentoonstellingen betrokken. We hebben hun ideeën steeds voorgelegd aan de tentoonstellingsarchitect, dat ging heel soepel.” Behalve dat er een extra verdieping gebruikt wordt, is er een heuse extra trap gebouwd. Nu hoeven bezoekers niet over dezelfde trap naar boven en naar beneden te lopen.
‘Unzipped’ is de vernieuwde versie van ‘Exhibitionism’, zoals de tentoonstelling tot voor kort heette. Er zijn enkele nieuwe objecten te zien, en videomateriaal van het legendarische optreden dat The Rolling Stones in het Scheveningse Kurhaus gaven. In grote lijnen is de tentoonstelling gebleven zoals de Amerikaanse gastcurator Ileen Gallagher het samen met de band bedacht heeft, maar het Groninger Museum heeft er ook haar stempel op kunnen drukken. “Ileen, William en het management stonden open voor onze ideeën,” zegt Ramuz. “De grote lichtbak in de vorm van een tong die we op de Museumbrug hebben geplaatst, is een ontwerp van onze grafisch ontwerper Rudo Menge. Dat vonden ze een geweldig idee.” Wat de bandleden van nieuwe ontwikkelingen vonden, hoorden ze van het management. “Mick approves,” klonk het dan.
Spin in het web
Ramuz’ rol was steeds die van spin in het web. Ze moest continu op de hoogte zijn van wie wat aan het doen was, en zorgen dat iedereen dat in grote lijnen van elkaar wist. “Van tevoren vond ik dat het spannendst: hoe houd je overzicht? Maar op de een of andere manier groeide ik in die rol, het ging vanzelf.” In de eerste maanden was ze vooral druk bezig met contacten leggen. Ze bezocht de gastcurator en het management van de Rolling Stones in Londen, ontmoette in Amsterdam de Nederlandse zaakwaarnemer van de band. Dat is de fase van de glamourmomenten (“dan zit je aan een vijfgangendiner en word je tijdens een speech genoemd: Special welcome to the Groninger Museum”).
De latere maanden stonden in het teken van de uitvoering. “De laatste maanden gebeurde er van alles tegelijk. De opbouw begint, maar de uitnodigingen moeten ook verstuurd worden, media besteden aandacht aan de tentoonstelling. De publieke rol was even wennen. Het is gek om je eigen woorden terug te lezen.” Als projectleider moet ze ook veel uit handen geven, en vertrouwen op andermans expertise. Die van de technische dienst bijvoorbeeld. “Het aanleggen van een lichtplan en netwerken voor audio en video is voor mij rocket science. Er komt veel bij kijken. Gelukkig weet mijn collega Klaas Reitsma, die elektricien is, daar alles van.”
Eenrichtingsverkeer, anderhalve meter aanhouden, mondkapjes: hopelijk behoren ze bij een volgende tentoonstelling die Ramuz begeleidt tot het verleden. Maar de ervaring van het opzetten van een tentoonstelling in coronatijd, die zal in elke situatie bruikbaar zijn. “Er komen altijd obstakels op je pad, en ik heb nu geleerd dat je het dan toch nog steeds waar kunt maken met z’n allen.”