Diversiteit in de klas
Mbo’ers leren samen met buitenlandse studenten
Op het Friesland College in Heerenveen en Leeuwarden hoeven studenten van de entreeopleiding niet de grens over om buitenlandervaring op te doen.
De leerlingen van het Friesland College sporten, lopen stage en ontbijten elke week met buitenlandse leeftijdgenoten die in een inburgeringstraject zitten.
Samantha Doze (17) had eigenlijk nog nooit met een buitenlandse leeftijdsgenoot gepraat voor ze de entree-opleiding Dienstverlening en Zorg aan het Friesland College ging doen. Nu heeft ze studiegenoten uit Somalië, Eritrea, Syrië en Polen. De meesten zijn vluchtelingen. ‘Ik was best benieuwd naar wat zij hadden meegemaakt,’ vertelt Samantha. ‘Het was indrukwekkend om te horen dat sommigen hier met de boot naartoe zijn gekomen, die reis was niet makkelijk.’
Stage in het verzorgingshuis
Luam Goitom (23) uit Eritrea is een van haar studiegenoten. Ze is nu tweeënhalf jaar in Nederland, en heeft onlangs haar inburgeringstraject afgerond. Na de zomer wil ze de opleiding Dienstverlening en Zorg niveau 2 gaan doen. Ze loopt nu stage in een verzorgingshuis in Heerenveen. Luam: ‘De ouderen die hier wonen spreken vaak geen Nederlands, alleen Fries. Dan moeten onze begeleiders een beetje helpen zodat we elkaar begrijpen. Ik heb ontdekt dat een spelletje doen ook kan zonder dat we elkaars taal spreken.’
Samen sporten
Het Friesland College in Leeuwarden en Heerenveen biedt bij de entree-opleiding Dienstverlening en Zorg twee trajecten: een voor Nederlandse studenten en een voor anderstaligen – meestal vluchtelingen die net of bijna klaar zijn met inburgeren. Dat traject werd gestart omdat de school merkte dat het, door het verschil in taalniveau, voor inburgeraars vaak lastig was om in te stromen in het reguliere mbo. Na de entree-opleiding kunnen ze door naar een mbo-opleiding niveau twee. De vaklessen volgen ze grotendeels apart, daarbuiten doen ze van alles samen.
Het is voor de anderstaligen een ideale manier om het Nederlands beter onder de knie te krijgen, vertelt docent en coach Kasper van Dijk. ‘In het AZC kennen ze vaak maar een paar Nederlanders. Tijdens de opleiding leren ze Nederlandse jongeren kennen en ontdekken ze de Nederlandse cultuur.’ Zo ontbijten ze elke woensdag samen, waarbij iedereen zelf een gerechtje mag maken – zo proeven ze elkaars cultuur. En ze zijn onlangs met zijn allen wezen schaatsen in Thialf, onder leiding van Olympisch schaatsster Margot Boer. Luam: ‘Dat was leuk en best moeilijk. Ik heb het met een stoeltje geprobeerd.’
Blik op de toekomst
Zowel Kasper als zijn collega, docent en coach Jenna de Vries, zijn verrast door de grote drive van veel anderstalige studenten. Jenna: ‘Ze willen niet terugkijken, maar iets moois van de toekomst maken. Dat heeft ook een aanstekelijk effect op de Nederlandse studenten.’ Kasper: ‘Onze lessen zijn praktijkgestuurd, dus niet zo schools. Soms zegt een van de buitenlandse studenten: we hebben nu al zoveel zitten praten, is het niet tijd voor het boek?’
Ongedwongen ontstaan er gesprekken en leren de studenten elkaar kennen. Net als Samantha zijn veel Nederlandse studenten nieuwsgierig naar de achtergrond van de anderstalige studenten: waar komen ze vandaan, hoe zijn ze in Nederland terechtgekomen? Kasper: ‘Vaak willen ze dat best vertellen. En je ziet dan bij de Nederlandse studenten al gauw een kwartje vallen. Je hoort op straat natuurlijk wel eens mensen zeggen: ‘Ze pikken onze banen in’. Onze studenten ontdekken dat het zo niet in elkaar zit. Ze zien de mensen achter de vluchtelingen.’
Een ouder missen
Het valt Jenna op dat de buitenlandse studenten op hun beurt ook met een andere blik naar de Nederlandse studenten gaan kijken. ‘Zij moeten vaak hun familie missen, doordat een ouder is overleden of in het land van herkomst is achtergebleven. Ook onder de Nederlandse studenten zijn er die een ouder hebben verloren, of iets anders ingrijpends meegemaakt hebben. Dat schept een band.’
“We leren veel over elkaars culturen en begrijpen elkaar zo steeds beter”
Kasper werkt nu tweeënhalf jaar als docent bij de entreeopleiding. In die periode heeft hij studenten leren kennen van over de hele wereld. Ieder halfjaar is er een nieuwe samenstelling van de groep. Toen hij ermee begon had hij geen idee hoe dat zou zijn, zegt hij, alleen al vanwege de verschillende religieuze achtergronden. ‘Moslims, christenen en mensen zoals ik, die niet gelovig zijn opgevoed. We leren over elkaars culturen en begrijpen elkaar zo steeds beter. Er zijn regelmatig discussies, maar ruzie is er nooit. Iedereen heeft respect voor elkaar.’
De manier waarop het Friesland College diversiteit in de klas brengt, is een voorbeeld van Internationalisation at Home. Studenten en docenten doen interculturele vaardigheden op in eigen land. Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, ziet graag dat zoveel mogelijk scholen dit stimuleren. ‘Je hoeft niet naar het buitenland om in contact te komen met andere culturen,’ zegt Nilay Avar, projectleider mbo bij Nuffic. ‘Het anderstaligenproject van het Friesland College laat goed zien hoeveel Nederlandse èn internationale studenten in hun opleiding van elkaar kunnen opsteken: ze leren om te gaan met onderlinge verschillen en gaan ook de waarde van die verschillen inzien.’
Andere ontmoetingen
Nederlandse en anderstalige studenten komen op steeds meer manieren met elkaar in contact op het Friesland College. Niet alleen binnen dezelfde opleiding. Vorig jaar was er bijvoorbeeld een project met studenten van de opleiding Toerisme niveau 4. ‘Zij wilden graag meer weten over vluchtelingen,’ vertelt Kasper. ‘Ze hebben een aantal inburgeraars geïnterviewd en er toen met zijn allen een eindopdracht over gemaakt.’
Dit voorjaar vindt er een Dag van het Wereldburgerschap plaats, georganiseerd voor 30 studenten van D’Drive, de School voor Creatieve Industrie en Pedagogisch Werk, samen met 30 anderstalige studenten.