Boekentip: Hans Fallada – In mijn vreemde land. Berichten uit de gevangenis, 1944 (Cossee, 2013). ‘Omdat Fallada de Duitsers zo raak weet te typeren.’
“De Duitser en zijn auto vormen een twee-eenheid. De status die het bezit van een mooie auto geeft, is heel groot, terwijl Duitsers op andere vlakken –kleding, een mooi huis- minder statusgevoelig zijn. Heb je een baan in het zakenleven met een beetje statuur, dan kun je niet in een Kia komen voorrijden. In Nederland zie je nog wel dat de baas op de fiets naar zijn werk komt, maar in Duitsland is dat ondenkbaar. De directeur rijdt in een grotere auto dan zijn personeel.
Een op de zeven arbeidsplaatsen in Duitsland heeft op de een of andere manier iets te maken met de auto – of dat nu in de auto-industrie is of bij een benzinepomp. Het Volkswagenschandaal raakt Duitsland in de ziel. In de buurt van Hamburg kwam ik eens bij een autowasserette die zo groot was dat mensen van de wasstraat een dagje uit maakten. Er was zelfs een peuterspeelzaal bij. Ik kom bijna nooit bij een autowasstraat, maar daar stond ik wel even van te kijken.”
Boekentip: Helmut Kuhn – Gehwegschäden (Heyne Taschenbuch, 2013). ‘Boeiende roman over het hedendaagse Berlijn in de stijl van Berlijn-Alexanderplatz van Alfred Döblin.’
‘Als Nederlanders naar Duitsland komen maken ze nog wel eens grapjes over de oorlog, het woord ‘moffen’ hoor ik regelmatig. Maar als ze er dan een tijdje zijn, merken ze dat de Duitsers op een bewuste manier met hun geschiedenis omgaan. Zelf noemen ze dat de ‘Aufarbeitung’ of de ‘Vergangenheitsbewältigung’: het verwerken van het verleden. Dat speelt bijvoorbeeld een grote rol in de politiek, de media en het onderwijs, scholieren moeten concentratiekampen bezoeken. Duitsland doet veel voor de verzoening met Israël.
Duitsers vinden het heel belangrijk om een goede band met de buurlanden te hebben. Ook na een gebeurtenis als de aanslagen in Parijs blijven ze erg voorzichtig, er moet heel wat gebeuren voor ze oorlogstaal uitslaan. Voor elke Duitser is duidelijk: de Tweede Wereldoorlog was zo erg, dat we er alles aan doen om te voorkomen dat zoiets weer gebeurt. We kunnen het ons in Nederland bijna niet voorstellen, maar de Europese gedachte, de wens om samen zorg te dragen voor een mooi continent, is in Duitsland heel sterk.’
Boekentip: Sven Recker – Krume Knock Out (Edition Nautilus, 2015). “Humoristische beschrijving van het Duitsland van nu. Een jonge man probeert zijn creativiteit in te zetten voor iets moois en raakt gefrustreerd.”
“Duitsers staan bekend om hun afstandelijkheid en stugheid, en dat is terecht. Het zijn geen gemakkelijke mensen om mee om te gaan. Contact blijft heel lang oppervlakkig, je moet niet denken dat je zomaar bij iemand kan langswippen. Maar er is ook een andere kant. Een Duitser die je al een halfjaar of langer kent, kan ineens omslaan als een blad aan een boom.
Toen ik een eigen bedrijf wilde starten kostte het me eerst veel moeite om samenwerkingspartners te vinden. Mensen waren afhoudend, het maken van plannen ging moeizaam. Op het moment dat ik het eigenlijk al niet meer verwachtte, bleek ik soms iemands vertrouwen gewonnen te hebben. Dan kon ik vaak beter met hem of haar samenwerken dan met een Nederlander, een Duitser zijn verantwoordelijkheid neemt en bovendien, als hij je eenmaal vertrouwt, heel loyaal en trouw is. Dan word je ineens thuis uitgenodigd, samen met hun beste vrienden en familie.
De lange aanloop die veel Duitsers nodig hebben heeft ermee te maken dat ze risico’s mijden als de pest. Ze willen eerst weten wat ze aan je hebben, voordat ze je toelaten. Maar dan doen ze ook alles voor je.”
Boekentip: Anna Funder – Stasiland (Uitgeverij Contact, 2011). “Funder ontleedt de gesel van de DDR-dictatuur en spreekt ook mensen van mijn generatie. Soms kom ik ze tegen in de buurt, tijdens het werk of op een feestje. Beklemmend en fascinerend tegelijk.”
“Het dunste boek ter wereld gaat over Duitse humor, werd vaak gezegd, en daar was ik het lange tijd mee eens. Nog maar een jaar of zeven geleden waren de lach-of-ik-schietprogramma’s met Rudi Carrell op televisie. Vreselijk. Satire was er tot voor kort nauwelijks, Duitsers dachten wel drie keer na voor ze op iemands tenen gingen staan.
Maar nu verandert er iets. Laatst keek ik naar de Heute-show, op ZDF, waarin presentator Olivier Welke uithaalde naar de regering van Polen. Dat ligt gevoelig, want de band tussen Duitsland en Polen is broos. Een ander voorbeeld is de verfilming van het boek Er ist wieder da van Timur Vermes. Voor een land dat gebukt gaat onder een loodzwaar verleden kan satire bevrijdend werken. Dat is niet langer taboe.
Ik juich het toe dat Duitsers meer grappen maken, omdat dat ruimte schept. Natuurlijk moet humor in de eerste plaats leuk zijn, maar dat wordt het steeds meer. Ik had het niet verwacht, maar het boek wordt langzaamaan steeds dikker.”
“Duitsers zijn enorme voetbalfans. Trots zijn op je land is in Duitsland, al die jaren na de Tweede Wereldoorlog, nog steeds een beetje verdacht, behalve in het voetbal. Dat is een soort vrijplaats voor nationalistische gevoelens. Voor mijn eerste artikel als correspondent was ik een paar maanden geleden op een Duitse school. Daar checkten de leraren voor de eerste les gauw even of ze iets gewonnen hadden in de voetbaltoto.
In Nederland is het heel gewoon om te zeggen dat je niets om voetbal geeft, en als het Nederlands elftal slecht presteert, is de kritiek niet van de lucht. Duitsers zijn onvoorwaardelijk trots op Die Mannschaft. Franz Beckenbauer, de Duitse Johan Cruijff, wordt nu van fraude beticht. Toen ik laatst in Beieren was voor een reportage, zei iedereen: ‘Voor ons blijft ie de keizer!’ Nederland is voor Duitsland een van de 9 buurlanden, maar in het voetbal zijn wij wel dé tegenstander. Regelmatig krijg ik er opmerkingen over, waar enig leedvermaak uit blijkt. ‘Wat is er met jullie elftal?’ ‘Jullie gaan niet naar het EK, hè!’
Boekentip: Hans Fallada – Alleen in Berlijn (Cossee, 2011). “Het laat zien hoe de kleine mens in verzet komt tegen de nazi-machine die alles vermorzelt.”
“Ik verbaas me vaak over de digitale woestijn die Duitsland is. Als je hier met de trein reist leg je soms honderden kilometers af zonder internet. Zo weinig zendmasten zijn er. Duitsers vinden digitale ontwikkelingen vaak eng en ingewikkeld. Op veel plekken kun je niet pinnen, ik moet altijd goed nadenken of ik nog genoeg cash bij me heb. De hipste Duitse startup is die waar je online bestellingen cash kan betalen in een supermarkt, zo bang zijn ze voor internetbankieren
Privacy is hier een heel belangrijk thema. Google Streetview heeft in grote delen van Duitsland geen ‘beeld’, veel huizen zijn geblurd. Duitsers hebben er weerzin tegen om hun informatie prijs te geven aan de overheid en organisaties. Daar willen ze zelf de regie over houden. En hoewel ik me, toen ik begon als Duitslandcorrespondent, voornam om niet alles te verklaren vanuit de oorlog, moet ik toegeven dat dit daar waarschijnlijk ook weer mee te maken heeft.”
Dorien Vrieling
xxx
xxxx