Vijf schrijvers over hun nieuwe boek
Leegland, het Nederlandse landschap, een pretpark, het wereldtoneel, de BV Nederland: vijf boeken schilderen vijf visies op één samenleving, op één wereld. Met Joost Oomen, Marjan Brouwers, Auke van der Woud, Dirk Bezemer en Philipp Blom.
Auke van der Woud – Het landschap, de mensen
Het Nederlandse landschap is als een schilderij van Piet Mondriaan. Die efficiënte indeling, waarin alles nuttig moet zijn, vindt zijn oorsprong in de negentiende eeuw – niet toevallig het tijdvak dat Auke van der Woud al decennia boeit. Toen begon de intensivering van de landbouw.
Tegenwoordig is er vaak kritiek op de boeren, weet Van der Woud. Ze zouden onwillig zijn en te weinig zorg hebben voor het klimaat. Niet eerlijk, vindt hij, want aan hun manier van werken gaat dus anderhalve eeuw van efficiëntiedenken en overheidsbeleid vooraf. ‘Dus kun je er ook niet van vandaag op morgen een streep onder zetten.’
Zijn boek Het landschap, de mensen dient niet alleen om die geschiedenis te schetsen, Van der Woud hoopt lezers aan het denken te zetten. Want hoe het landschap van straks eruit zal zien, daar denken we volgens hem in Nederland te weinig over na. ‘Onze premier houdt niet van visie, maar die is wel nodig. Als we zo doorgaan, blijft er niets van ons landschap over.’
Er bestaat een prognose, vertelt Van der Woud, waarin staat dat er in de komende tien jaar een miljoen woningen moeten worden gebouwd. ‘Mensen willen in Nederland niet graag in flats wonen, maar een miljoen woningen met een tuintje eromheen, wat gaat dat betekenen voor Nederland en willen we dat? Dat soort vragen worden helemaal niet gesteld, en dat moet wel.’
Auke van der Woud, Het landschap, de mensen. Prometheus
Marjan Brouwers – Leegland
Schrijver Marjan Brouwers is naar eigen zeggen een positief ingesteld mens, maar ook iemand die ‘met groot plezier de vreselijkste dingen kan bedenken.’ Vijf jaar geleden sloeg haar fantasie op hol. Donald Trump was in de race voor het presidentschap van de Verenigde Staten, de kranten schreven dagelijks over klimaatverandering en dicht bij huis, op het Groninger land, schudden de huizen. ‘Wat als alles wat ik op dat moment vreesde uit zou komen?’ Ze zette haar toekomstvisioen om in een dystopie. ‘Een utopie had ook gekund, maar dat is veel minder spannend.’
Een van de rampen die Leegland geteisterd hebben is een virus. ‘Veel lezers denken dat ik dat er dit voorjaar nog gauw aan toegevoegd heb, maar het idee ontstond al in 2016. Ik zocht iets waar veel mensen ziek van kunnen worden. Toen ik me in virussen verdiepte, bleek de kans op zo’n uitbraak reëler dan ik dacht.’
De eerste versie van de roman was snel klaar, maar daarna vroegen andere projecten om voorrang. Nu Leegland er eenmaal is, wil ze niet te lang wachten met een vervolg. Ze laat zich leiden door nieuwsgierigheid. ‘Er zijn veel locaties in het boek waar ik meer over wil weten. In het overstroomde Amsterdam leven de mensen op de daken, hoe zou het er daar aan toe gaan?’
Marjan Brouwers, Leegland. Passage
Dirk Bezemer – Een land van kleine buffers
De BV Nederland, Dirk Bezemer het een vreselijke term, maar ook een veelzeggende. Het lijkt soms alsof de overheid Nederland ziet als een bedrijf. ‘Ze heeft de keuze tussen kapitaal en vermogen. Kapitaal is alles wat we nodig hebben om een economie goed en duurzaam te laten draaien – onderwijs, rechtspraak, zorg, natuur. Vermogen is financiële bezittingen en vastgoed. In kapitaal is veel te weinig geïnvesteerd, in vermogen veel te veel.’
Dat leidde ertoe dat de ‘gewone man’ maar weinig merkte van de economische groei van de laatste jaren. Vandaar de titel van zijn boek, Een land van kleine buffers: een grote groep Nederlanders zit krap bij kas. ‘Uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank blijkt dat veel huishoudens niet op korte termijn 2000 euro bij elkaar kunnen krijgen. Vaak is 500 al onmogelijk. Dat is iets heel raars, in zo’n rijk land.’
Het roer moet om, vindt Bezemer, en daarvoor doet hij een paar concrete voorstellen. Om te beginnen moet de overheid weer veel meer investeren in de publieke sector. En het belastingstelsel moet op de schop. Lagere loonbelasting, lagere btw, hogere vermogensbelasting. En de lonen moeten omhoog. Uiteindelijk is zijn boodschap er een van hoop: ‘We zijn een rijk en hooggeorganiseerd land en hebben echt de mogelijkheid om het anders aan te pakken. Maar dan moeten we het wel gaan dóen.’
Dirk Bezemer, Een land van kleine buffers. Pluim
Joost Oomen – Het perenlied
Het Perenlied is een sprookjesachtig verhaal over de liefde en 9/11. Gabriel en zijn geliefde Bietenkoningin, een meisje geboren uit drie bieten, beramen een protestactie tegen het pretpark waar ze werken.
Groente en fruit zijn een thema dat vaker voorkomt in het werk van dichter en muzikant Joost Oomen, die nu voor het eerst een roman schreef. ‘Waarom ik het zo leuk vind? Wie vindt groente en fruit nou niet leuk! Het heeft vrolijke kleurtjes en glimt mooi.’
En vrolijkheid, dat is wat hij wil brengen met Het Perenlied. Er is al genoeg zwaarte in de literatuur. ‘Neem bijvoorbeeld al die boeken over protestantisme. Op zich niets mis mee, maar ik wilde iets anders maken.’ Nog niet zo lang geleden schreef hij veel ernstige gedichten. ‘Boos en moeilijk, zoals jonge dichters vaak doen. Tot ik me realiseerde dat dat helemaal niet bij mijn karakter past.’
Toch heeft zijn boek een serieuze boodschap. De hoofdpersonen protesteren niet voor niets tegen een pretpark: Oomen vindt dat onze maatschappij te strak is ingedeeld tussen ‘leuk’ (een pretpark, Netflix) en ‘efficiënt.’ ‘Dit is entertainment, dit is leuk, en daarbuiten moeten we meedraaien in een molen. Terwijl vrolijkheid door je hele dag heen kan lopen. Je kunt het ook vinden in een mooi draaiend achterwiel van een fiets.’
Joost Oomen, Het Perenlied. Querido
Philipp Blom – Het grote wereldtoneel
Als er iets is wat we nu nodig hebben, dan is het verbeelding, volgens de Duitse filosoof en historicus Philipp Blom. In zijn essay Het grote wereldtoneel grijpt hij terug op schrijvers en denkers van vroeger. Mensen die leefden ten tijde van een kantel- punt, en probeerden een nieuwe wereld voor zich te zien. Zoals de 17e-eeuwse Spaanse jurist en schrijver Pedro Caldéron, die leefde ten tijde van de ‘kleine ijstijd’ – een periode van ingrijpende klimaatverandering, net als onze tijd.
Blom schreef het boek vóór de coronacrisis, toch gaat het erover. Of beter: corona is onderdeel van een veel groter probleem, zegt hij. ‘Het boek beschrijft de wereld waarin corona kon plaatsvinden. Het virus is voor ons allen ongelooflijk belangrijk en verstorend, maar het is maar één symptoom van een grotere wanorde. Als we er over vijftig jaar op terug- kijken, zien we het als een onderdeel van een keten van gebeurtenissen die de wereld veranderden.’
We staan nu voor de taak om ‘het verhaal dat ons succesvol heeft gemaakt als maatschappij’, zoals Blom het noemt, te verruilen voor een nieuw verhaal. De verbeelding kan ons helpen dat verhaal vorm te geven. ‘Corona heeft laten zien dat wij hier niet de baas zijn, we zijn een vrij onbelangrijk organisme in een enorme wereld. Het nieuwe verhaal is geen verhaal meer van dominantie, maar van coöperatie met de natuur.’
Philipp Blom, Het grote wereldtoneel. De Bezige Bij